In de aanbestedingsleidraad kent de opdrachtgever aan elk subgunningscriterium een bepaalde fictieve kwaliteitswaarde toe. Zo kan de opdrachtgever bijvoorbeeld bepalen dat de score die wordt behaald voor het beperken van de overlast voor de omgeving tijdens werkzaamheden voor 30% meetelt in de totale score voor het plan van aanpak. Dit systeem werkt heel transparant, want inschrijvers kunnen zo precies zien aan welke criteria de opdrachtgever de meeste waarde hecht.
De criteria moeten zo worden opgesteld dat ze eenvoudig te begrijpen zijn voor inschrijvers, maar ook zodanig dat er duidelijk zichtbaar kan worden gemaakt welke inschrijvers de meeste meerwaarde opleveren voor de opdrachtgever.
Deze criteria kunnen in principe oneindig zijn, maar moeten objectief, transparant en haalbaar geformuleerd zijn. Een aantal mogelijke selectiecriteria zijn duurzaamheid, communicatie met de omgeving, overlast, planning, risicobeheersing en de opleverdatum.
Al deze criteria zijn dus geen harde eisen, maar terreinen waarop inschrijvers hun meerwaarde kunnen aantonen om daarmee onderscheidend te zijn van andere inschrijvers.